Het bevorderen van regionaal doelmatig voorschrijven van herhaalrecepten bij chronisch gebruik van medicatie (voor geneesmiddelen die extramuraal worden afgeleverd).
Met dit project wordt beoogd het doelmatig voorschrijven zowel in de 1e als in de 2e lijn (voor geneesmiddelen die extramuraal worden afgeleverd) in Noord-Limburg te bevorderen. Het gaat concreet om de geneesmiddelengroep cholesterolverlagers. Het is de bedoeling dat huisartsen, medisch specialisten en apothekers samen een lijst van voorkeursmiddelen opstellen (formularium), gebaseerd op de meest recente FTTO-afspraken en dat deze voorkeursmiddelen worden voorgeschreven en verstrekt aan nieuwe en bestaande patiënten (omzetten patiënten). Naast de implementatie van de nieuwste FTTO-afspraken (deelproject 2) én het omzetproces (deelproject 3), worden ook nieuwe procesafspraken geïmplementeerd rondom de hoeveelheid voor te schrijven medicatie en overdracht van hoofdbehandelaarsschap (deelproject 1). Juist het maken van goede afspraken rondom het voorschrijven van medicijnen draagt bij aan duidelijkheid over de verantwoordelijkheidstoedeling van de behandeling van patiënten.
Bij het hanteren van de lijst van voorkeursmiddelen staat de kwaliteit van zorg en het behandelresultaat voorop. Standaarden en richtlijnen (FTTO-afspraken) zijn het uitgangspunt. Binnen die kaders wordt gekozen voor het goedkoopste geschikte middel. Gedurende het project worden spiegelrapportages opgesteld per praktijk (1e en 2e lijn) om zo bij te kunnen sturen, waar nodig, op de resultaten.
Een belangrijk element van dit project is óók het omzetten van bestaande gebruikers van cholesterolverlagers naar doeltreffende en doelmatige alternatieven. Om dat te realiseren dient de hoofdbehandelaar (specialist of huisarts) een gesprek aan te gaan met de patiënt over zijn/haar medicijngebruik. Daarbij leert de ervaring dat dit op weerstanden kan stuiten bij de patiënt, zeker wanneer hij/zij zeer tevreden is over de resultaten van zijn/ haar medicijngebruik. Twee elementen zijn daarin van belang:
In de reguliere scholingen van huisartsen en specialisten is vaak onvoldoende ruimte en aandacht voor het voeren van moeilijke gesprekken met patiënten. Daarom zal in het kader van dit project een gezamenlijke scholing rondom deze thematiek worden aangeboden aan huisartsen en specialisten.
Elke huisartsenpraktijk doet het. Klantgericht als we zijn bedienen we onze patiënten met een recept van alle herhaalmedicatie die hij of zij nodig heeft. Ook als het gaat om de medicatie van de specialist en de patiënt nog steeds onder controle staat van de specialist.
‘Wanneer een patiënt langere tijd onder behandeling is van een medisch specialist die zelf medicatie voorschrijft, dan heeft het de voorkeur dat die specialist ook de herhalingsreceptuur daarvan regelt.’
Deze tekst is terug te vinden in het voorbeeldprotocol van de NHG voor het voorschrijven van herhaalmedicatie. Vanuit het Farmacieproject wordt hier dan ook stevig op ingezet om meerdere redenen:
De ambitie is om, op basis van het uitgangspunt dat elke hoofdbehandelaar (specialist of huisarts) zijn eigen herhaalmedicatie voorschrijft, patiënten vanaf 1 november bij de hand te nemen en te informeren over een nieuwe werkwijze rondom de herhaalmedicatie.
Bijgaand ontvangt u de afspraken zoals deze zijn gemaakt binnen de keten.
Daarnaast treft u een lijst met tips, hoe u kunt omgaan met een patiënt die voor een herhaalrecept naar de praktijk komt.
Ook ontvangt u een voorraad foldermateriaal die u aan patiënten kunt meegeven om hem of haar te informeren over de werkwijze rondom herhaalmedicatie. Deze folders worden ook verspreid via specialisten en door de openbare apotheken. Via het Narrow Casting system zal de informatie over de werkwijze ook gepresenteerd worden aan patiënten.
Tot slot:
De eerste periode zal van alle partijen vragen om bewust bezig te zijn met het herinrichten van het proces. Van de medewerkers van de huisartsenpraktijk zal vooral een inspanning worden gevraagd om goed in beeld te krijgen wie hoofdbehandelaar is voor een bepaald medicijn en de patiënt te helpen zijn weg te vinden in de nieuwe gemaakte afspraken. Uiteindelijk zal, door het toenemend gebruik van het jaarrecept de druk voor zowel de patiënt als de praktijk afnemen.
Bij twee praktijken in de regio zal de implicatie van deze afspraken gevolgd en geëvalueerd worden en indien nodig vertaald naar aanpassingen van de gemaakte afspraken.
1. Informeren vakgroepen
Middels een notitie worden artsen (io), andere voorschrijvers en spreekuurassistenten op de hoogte gebracht over de werkwijze en de hieruit voorvloeiende werkafspraken die in het VieCuri gelden.
2. Werkafspraken opnemen in documentbeheersysteem
De werkafspraken worden in het documentbeheerssysteem Iprova opgenomen zodat de werkafspraken makkelijk terug te vinden zijn door werknemers in VieCuri.
3. Verzorgen logistiek proces voor aanvraag folders
Alle poliklinieken krijgen een aantal folders toegestuurd.
Bij de poliklinieken die tot dusver de patiënt terugverwezen naar de huisarts, terwijl de patiënt onder behandeling is van de arts krijgen extra folders.
4. Interne Evaluatie
3-4 maanden na start nieuwe werkwijze wordt een korte belronde gemaakt met de spreekuurassistenten om naar hun bevindingen te vragen.
Tevens worden een aantal specialisten benaderd.
Het in de apotheek vastleggen van en herhalen van chronische medicatie op de juiste hoofdbehandelaar.
De aanleiding: Het monitoren van voorschrijfcijfers is alleen mogelijk als deze feitelijk juist zijn. De apotheek is verplicht de voorschrijvende arts bij ieder recept vast te leggen. Bij herhaalrecepten is dit vaak niet de hoofdbehandelaar of initiële voorschrijver, maar de huisarts. Dit leidt tot voorschrijfcijfers waarin huisartsen zich vaak niet herkennen. Om dit te voorkomen is afgesproken dat apotheken voortaan chronische medicatie zoveel mogelijk gaan vastleggen op de daadwerkelijke behandelaar/voorschrijver. Dit voorkomt vertroebelde prescriptiecijfers bij de huisartsen.
De huidige manier van werken: De medicatie die het betreft is de chronische medicatie die door medisch specialisten wordt voorgeschreven. Bij de (half)jaar controle schrijft de specialist een recept voor (of vaak helemaal niet). Als er een recept wordt voorgeschreven is dit recept vaak voor korte duur, bijvoorbeeld 3 maanden. Voor de medicatie hierna is de patiënt gewend herhaalmedicatie aan te vragen, via de huisarts, of via allerlei in omloop zijnde herhaalmodules die ook uitgaan van afspraken tussen apotheek en huisarts. Gevolg: de vastgelegde voorschrijver is de huisarts, en niet de eigenlijke hoofdbehandelaar. In die gevallen waarin een specialist wel een jaarrecept uitschrijft voldoen deze ook niet altijd. In de praktijk vindt de jaarcontrole vaak plaats na pas 13 of 14 maanden. De patiënt moet dan alsnog voor de resterende periode voor herhaalrecepten naar de huisarts.
Verder werken veel apotheken met medicatie op rol (baxters) of een module voor proactief herhalen. De meeste medicatie in deze modules wordt herhaald op naam van de huisarts, ook al betreft het specialistenreceptuur.
Afspraken en gewijzigde manier van werken:
1. Specialisten schrijven bij policontroles standaard jaarrecepten uit voor de chronische receptuur. Hiervoor kunnen verschillende aanduidingen gebruikt worden als 365 stuks, 1 jaar, iter 4x etc.
2. Bedoeld wordt een recept dat geldig is tot de volgende (jaar)controle. Omdat dit in de praktijk vaak pas over 13 of 14 maanden is wordt voor deze recepten een geldigheidsduur aangehouden van maximaal 1 jaar plus 3 maanden.
3. Huisartsen verwijzen patiënten die na een jaar medicatie tekort komen naar de apotheek waar zij medicatie meekrijgen tot aan de volgende policontrole, op basis van het initiële jaarrecept van de specialist.
4. Apotheken spannen zich in om bij zoveel mogelijk medicatie die op enige wijze automatisch wordt herhaald (baxtermodule/proactief herhalen) de hoofdbehandelaar als voorschrijver vast te leggen.
Bovenstaande afspraken gelden vanaf 1 oktober 2016 voor alle apotheken die lid zijn van Lapco (Limburgse Apothekers Coöperatie).
Wat zijn de voordelen van de nieuwe werkwijze?
Naast de op pagina 1 geschetste argumenten rondom veiligheid van farmaceutische zorgverlening, zijn de volgende voordelen te benoemen:
- het voorkomen van onnodig werk (lean);
- de correcte aanspreekbaarheid van voorschrijvers;
- verminderen van de receptenstroom. Apotheek en huisarts kunnen hierdoor efficiënter werken;
- implementatie elders heeft uitgewezen dat het omzetten aanvankelijk vooral een tijdsinvestering is, die zich na een kwartaal zal beginnen terug te verdienen;
- de implementatie biedt de mogelijkheid om onduidelijkheden rondom hoofdbehandelaarsschap op te sporen, bespreekbaar te maken en op te lossen.
Hoe kan ik voorkomen dat mijn patiënt van het kastje naar de muur wordt gestuurd?
Een nieuwe manier van werken heeft een gewenningsperiode nodig. Oók voor patiënten. Daarom is duidelijkheid wel een vereiste. Het is aan uzelf ter beoordeling hoe de patiënt het best geholpen is op het moment dat deze toch voor herhaalrecepten van de specialist in de huisartsenpraktijk aanklopt. U kunt er voor kiezen om de patiënt goed te informeren over de nieuwe werkwijze en dan nog één laatste keer een recept te schrijven voor de medicatie van de specialist, als dit niet anders kan.
Het is niet duidelijk wie hoofdbehandelaar is voor een bepaald medicijn.
Duidelijkheid is nodig. Uiteindelijk is de voorschrijver van een medicijn ook verantwoordelijk. Probeer zo snel mogelijk duidelijk te krijgen of de patiënt nog onder behandeling is van de specialist. Als de specialist gereed is met zijn/haar behandeling, maar niet formeel heeft overgedragen, dring aan op een formele overdracht met de relevante informatie die u nodig heeft voor de verdere behandeling van uw patiënt.
Klik hier om de folder te openen.
Auteurs:
Problemen? Loopt u tegen problemen aan in de gemaakte afspraken of de implementatie daarvan bij specialisten en of apotheken? Stuur een mail aan farmacieproject@cohesie.org.
Bronnen:
Revisiedatum: 1 november 2025
Contactpersoon revisie werkafspraak: