Diabetische Voet

Patiënten en zorgprofessionals in de eerste- en tweedelijn weten hoe zij actief moeten samenwerken voor passende zorg in de praktijk rondom diabetische voetzorg in Noord-Limburg.

Stroomschema ‘Diabetische voet en (dreigend) voetprobleem’
Vroeg opsporing van een voet ‘at risk’ en adequate en tijdige behandeling van een voetulcus leiden tot verbeterde kwaliteit van leven, behoud van zelfstandigheid en collectieve lastenverlichting voor de gezondheidszorg. Met het stroomschema streven wij naar doelmatige, kwalitatieve en gepersonaliseerde zorg voor patiënten met DM met een risico op (of die lijden aan) een voetprobleem. De medisch inhoudelijke afspraken met de eerste lijn gaan in op de adequate opvolging van de geldende richtlijnen en het naleven van deze Regionale Transmurale Afspraak (RTA). Het stroomdiagram geeft inzicht in het naleven van ieders verantwoordelijkheden.

Stroomschema 'Diabetische voet en (dreigend) voetprobleem'.pdf 

Consult Huisarts of POH
Wanneer de patiënt, podotherapeut of pedicure een voetulcus signaleert wordt direct telefonisch contact opgenomen met de huisartsenpraktijk. De patiënt wordt uiterlijk binnen 72 uur gezien door de huisarts of POH. Indien er sprake is van een geïnfecteerd pussige ulcus of tekenen van sepsis, dan wordt de patiënt dezelfde dag (binnen 24 uur) gezien door de huisarts of POH en direct verwezen naar het ziekenhuis.

Start behandeling huisarts
Bij een oppervlakkig, niet-plantair gelokaliseerd (pre)ulcus, waarbij geen perifeer vaatlijden en geen infectie bestaat, kunnen podotherapeut en huisarts samen besluiten om tot behandeling over te gaan.

Verwijsindicaties spoedverwijzing SEH
In geval van spoed altijd telefonisch overleg met de dienstdoende specialist door te bellen naar de ‘Overleglijn zorgprofessionals’ van VieCuri: 077 320 5011.

• Wanneer sprake is van geïnfecteerde ulcus of een acute, levens- of lidmaatbedreigende situatie (bijvoorbeeld sepsis) vindt telefonisch overleg met de (dienstdoende) vaatchirurg plaats.
• Bij verdenking op een actieve ‘Charcotvoet’ telefonisch overleg met de (dienstdoende) orthopedisch chirurg.

Verwijsindicaties ‘Voetenpoli’
Patiënten worden binnen 7 kalenderdagen gepland op de voetenpoli.

• Is er na 14 dagen geen duidelijke genezingstendens waarneembaar, verwijst de huisarts de patiënt alsnog naar de ‘Voetenpoli’.
• Elke patiënt met een plantair gelegen voetulcus wordt direct verwezen naar het diabetisch voetenpoli.
• Bij verdenking op neuropathie, vaatproblemen, verminderde beweeglijkheid voetgewrichten en moeilijk tot niet schoeibare voet.

Behandeling en traject ‘Voetenpoli’

1. Belaste voetopname AP + lateraal en skyline opname
2. Eventueel teendrukmeting
3. Eventueel lab
4. Gezamenlijk consult orthopedisch chirurg, vaatchirurg, internist
5. Vervolgtraject op basis van de bevindingen tijdens bovenstaand consult

Metabole regulering

• Zorgprofessionals van de voetenpoli van VieCuri beoordelen bij iedere verwijzing (triage interne geneeskunde) of er op- of aanmerkingen zijn bij de metabole regulering en koppelen dit terug naar de verwijzer*. Dit overleg kan leiden tot een eenmalige of tot (al dan niet tijdelijke) overname van de behandeling. In het laatste geval sluit de huisarts de eerstelijns DBC. De internist bespreekt de consequenties van de overname van de behandeling met de patiënt.
• In alle andere gevallen blijft de huisarts verantwoordelijk voor de begeleiding van DM volgens het zorgplan dat met de patiënt is afgesproken. De benodigde controles blijven plaatsvinden conform de afspraken binnen de DBC in de eerstelijn, dit wordt door de huisarts besproken met de patiënt.

*In geval van telefonisch overleg met de huisartsenpraktijk zoek in Hix bij ‘Artsen en Verzekeringen’ naar het nummer van de overleglijn. Bij de meeste huisartsenpraktijken toets je vervolgens ‘8’.

Correspondentie**

• Tussentijdse update met behandeladvies
  Zorgprofessionals van de voetenpoli van VieCuri rapporteren de diagnose en het behandeladvies direct na het bezoek op de diabetische voetenpoli aan de huisarts (eventueel ook naar de podotherapeut). In deze brief wordt de hoofd/regiebehandelaar vermeld. De hoofdbehandelaar zorgt voor de coördinatie en is verantwoordelijk voor de zorg en opvolging.
• Wondbehandelplan Wondexpertisecentrum (WEC)
  De wondverpleegkundige van het Wondexpertisecentrum (WEC) geeft een instructie voor de wondzorg (wondbehandelplan) mee met de patiënt (eventueel voor instructies thuiszorg), direct na het eerste polikliniekbezoek en bij elke wijziging in het wondbeleid. Het wondbehandelplan wordt ook gedeeld middels een brief naar de huisarts.
• Ontslagbrief – terugverwijzing
  Indien er na genezing van het voetulcus geen dwingende reden meer is om patiënt te behandelen in de tweede lijn wordt de patiënt terugverwezen naar de huisarts. De hoofd/regiebehandelaar stuurt een poli(klinische) ontslagbrief. In deze brief wordt vermeld dat de behandeling door de voetenpoli of hoofd/regiebehandelaar wordt afgesloten. Indien van toepassing gebeurt terugverwijzen naar de huisarts voor de metabole regulering door de internist.

**De tussentijdse update of ontslagbrief volgt zo snel als continuïteit van zorg vereist. Poliklinische ontslag brief uiterlijk binnen 5 dagen, klinische ontslagbrief uiterlijk binnen 24 uur (Richtlijn HASP).